Infiltratie van regenwater

Regenpijpen en Hemelwaterriolering
Het afvoeren van regenwater begint bij de daken. Traditionele regenpijpen leiden het water naar beneden, waar het vervolgens wordt opgevangen in een hemelwaterriolering. Dit systeem zorgt ervoor dat het water gecontroleerd naar een infiltratiesysteem wordt geleid. De regenpijpen moeten voorzien worden van bladafscheiders. Deze bladafscheiders voorkomen dat bladeren en ander groot vuil de leidingen verstoppen en het infiltratiesysteem verstoren.

Zandvangput en Grondleiding
Onder aan de regenpijpen komt een grondleiding die uitgerust is met een zandvangput. De zandvangput is essentieel omdat deze het fijne sediment en zand uit het water filtert voordat het naar de infiltratiekratten gaat. Dit helpt om verstoppingen in de infiltratiekratten te voorkomen en zorgt ervoor dat het systeem efficiënt blijft werken.

Waterbergingseisen
De hoeveelheid infiltratiekratten wordt ook bepaald door de waterbergingseisen van de gemeente. Deze eisen worden uitgedrukt in mm regenwater per m² dakoppervlak. Gemeenten hanteren doorgaans een norm van circa 20 mm per m². Dit betekent dat voor elke vierkante meter dakoppervlak, er 20 liter water moet kunnen worden opgevangen en geïnfiltreerd. Deze specificaties zorgen ervoor dat het systeem geschikt is voor de verwachte regenval en helpt om wateroverlast te voorkomen.

Conclusie
Het infiltreren van regenwater op eigen terrein via een goed ontworpen systeem van regenpijpen, bladafscheiders, zandvangputten en infiltratiekratten is een duurzame en efficiënte manier om regenwater te beheren. Door rekening te houden met de lokale grondsoort, grondwaterstand en gemeentelijke eisen voor waterberging, kan een effectief systeem worden ontworpen dat bijdraagt aan een gezonde waterhuishouding en bescherming biedt tegen overstromingen.